• Stappenplan

Een buurtagenda in 7 stappen

Na een periode van relatieve afwezigheid gaan gemeenten, woningcorporaties en andere partijen weer aan de slag in wijk en buurt. Dit doen zij samen met bewoners. Het opstellen van een buurtagenda is daarbij praktisch en passend om ervoor te zorgen dat de wensen en behoeften voor de buurt van deze partijen bij elkaar worden gebracht. In dit stappenplan 7 bouwstenen waarmee je een vliegende start kunt maken met het opstellen van een buurtagenda. Of je nu beleidsmaker, wijkprofessional of bewoner bent.

  • 1. Voel de urgentie

    Een goed startpunt voor het maken van een buurtagenda is een gevoel van urgentie dat ervaren wordt door meerdere partijen. Bewoners die aan de bel trekken vanwege overlast of onveiligheid, een gemeenteraad die zich roert of een schokkend incident zijn voorbeelden van ontwikkelingen die de noodzaak van een buurtagenda kunnen onderstrepen. Urgentie kan ook
    een positieve oorsprong hebben, zoals een bewonersinitiatief om de wijk te verduurzamen of de openbare ruimte op te knappen.

  • 2. Maak een buurtscan

    Voor het maken van een buurtscan kun je starten met een globale scan, waarna je over specifieke onderwerpen meer gegevens kunt verzamelen. Beide stappen kun je meer of minder uitgebreid doen, en daarmee bepalen hoeveel tijd je erin steekt. Met een globale scan zorg je dat je met met openbare bronnen snel algemeen beeld van de leefbaarheid krijgt. Met een verdiepingsslag verken je vervolgens zorgwekkende indicatoren en mogelijke kansen. Dat kan je bijvoorbeeld doen CBS in uw Buurt in te zoomen op specifieke gegevens over de volgens jou meest belangrijke onderwerpen.

  • 3. Breng relevante partijen samen

    Voor het maken van een buurtagenda gaat het er níet om zoveel mogelijk partijen bij elkaar te brengen, maar juist om de meest relevante en gedreven sleutelpersonen om de tafel te krijgen. Als partijen zich er uitsluitend plichtmatig aan verbinden, heeft het maken van een buurtagenda weinig bestaansrecht. Vaak heeft de gemeente of een corporatie toch het laatste woord. Niettemin, als een gemeente succesvol iets gedaan wil krijgen met de uitkomsten van een opgestelde buurtagenda, dan is het in haar belang de inbreng van bewoners heel serieus te nemen en mogelijk leidend te laten zijn. Belangrijk is dat de gemeente voornemens is, en dat ook uitspreekt, zich te committeren aan de plannen en afspraken van de buurtagenda.

  • 4. Haal verhalen op

    Een buurtagenda is ook via narratief onderzoek in te vullen. Dat wil zeggen door middel van ervaringen uitgedrukt in verhalen van individuele partijen in de buurt. In de eerste plaats verhalen van buurtbewoners, maar mogelijk ook verhalen van lokale ondernemers, de wijkagent, schooldirecteur, buurtpastor, wijkbeheerder van de woningcorporatie, professionals van het wijkteam of de coördinator van de voedselbank. De uitdaging is om ook bewoners aan
    het woord te laten die niet snel gehoord worden en zeker niet snel in raden of commissies zitting nemen. Het is belangrijk hen te laten vertellen, omdat onderzoek er terugkerend op wijst dat veel goedbedoeld beleid niet terechtkomt bij de personen die dat het hardst nodig hebben. Hun verhalen kunnen de trefzekerheid van lokaal sociaal beleid verbeteren

  • 5. Verbind tellen en vertellen

    Een buurtagenda verbindt het buitenperspectief (statistieken) met het binnenperspectief (interviews, observaties, beelden en verhalen uit de buurt). Cijfers en verhalen hebben elkaar nodig. Ze corrigeren elkaar en vullen elkaar aan. Bovendien: niet alles is in statistieken te vangen, zoals de reputatie van een wijk, het voor elkaar klaar staan of onderhuidse spanningen tussen groepen in de wijk. Over het algemeen bestaat de neiging om kwantificeerbare aspecten te bevoordelen boven minder grijpbare aspecten. Deze laatste zijn echter wezenlijke aspecten die van belang zijn voor de leefbaarheid van een wijk. Statistieken geven inzicht in een feitelijke stand van zaken en brengen maatschappelijke ontwikkelingen in beeld, maar geven geen verklaringen of inzicht in oorzaken. Warme duiding van statistische gegevens is daarom noodzakelijk.

  • 6. Verbind ideeënvorming met gemeentelijk beleid

    De kans van slagen van de ideeën in een buurtagenda wordt groter wanneer deze ideeën aansluiten op de beleidsagenda van de relevante sectoren binnen de gemeente. De gemeente doet immers al van alles in een buurt: van groenbeheer en het onderhoud aan wegen tot het aanbieden van zorg-, onderwijs- en winkelvoorzieningen. Bovendien bestaat anders het risico dat de agenda een stuk papier met wensen blijft, dat moeilijk uit te voeren is. Daarom is het slim om de plannen en ideeën voor de buurt zoveel mogelijk te verbinden met het gemeentelijke beleid – dat maakt de kans dat het wordt uitgevoerd groter.

  • 7. Stel de buurtagenda op

    Na het besteden van aandacht aan bouwstenen 1 tot en met 6 – of een gedeelte daarvan – liggen er voldoende ideeën op tafel om samen met de betrokken partijen de buurtagenda op te stellen. De bewoners, gemeente, woningcorporaties, scholen, zorgorganisaties, ondernemers, sportverenigingen: iedereen die actief is in de buurt dient hierbij betrokken te zijn. Dan weet je zeker dat de agenda ook gedragen wordt door deze partijen. Een buurtagenda kan veel verschillende vormen kennen, afhankelijk van de buurt zelf, het doel waarvoor deze is opgesteld en de wensen van betrokken partijen. Het is daarbij belangrijk dat de buurtagenda zo concreet mogelijke afspraken bevat voor het uitvoeren van plannen, maatregelen, interventies of activiteiten in de buurt.

Meer lezen

Wijkwijzer organiseerde drie online bijeenkomsten over het maken van een buurtagenda, die allen terug te kijken zijn. Daarin andere een toelichting op:

Gerelateerd