De afgelopen tijd spraken we initiatieven die zich samen voorbereiden op een mogelijke crisis. Daarbij viel op dat ze vaak begonnen waren door eerst hulp te vragen bij kleine dingen. En dat moeten we echt weer even oefenen met elkaar.
Bijna iedereen vindt het namelijk makkelijker om hulp aan te bieden, dan te vragen. We hebben een beetje last gekregen van ‘hulpverlegenheid’. Maar voor het opbouwen van collectieve weerbaarheid is het wel belangrijk om eerst goed in kaart te brengen je buren nodig hebben. Dus soms helpt om te beginnen met het gewoon te oefenen met vragen stellen aan elkaar, was een tip van de initiatieven.
Als groep actieve bewoners kan je daarin een voorbeeld geven door te beginnen met lichte vragen: Wie heeft een ladder voor mij? Wie kan helpen met een lampje indraaien? Ik heb teveel patat besteld, wie komt het halen?
Als je elkaar dan een beetje kent, kun je ook ander soort dingen gaan bespreken: ‘Buurvrouw, kan ik je medicijnen voor je ophalen? Heb je inmiddels geen hulp nodig om beneden komen, zo zonder lift? Wanneer je iets meer tijd neemt voor dat praatje op straat of een kopje koffie hier en daar, zul je merken dat een fijnmazig netwerk ontstaat in de buurt. Dat zorgt voor veerkracht.
We moeten ook meer gaan delen met elkaar, vonden de initiatieven. We zijn namelijk de laatste jaren gewend geraakt om alles voor onszelf te uit te zoeken en dat ook aan te schaffen. En wanneer om het delen van spullen of kennis gaat met onbekenden, zien we dit al snel als economische uitwisseling. Heb je iets nodig? Dan kun je het ergens huren. Of je belt een specialist die je uit de brand helpt.
Maar hoe inclusief is dit eigenlijk? Het kan ook anders, zagen we bij de weerbare initiatieven. Daar delen mensen, zonder direct iets terug te verwachten. Binnen deze deeleconomie-initiatieven is het wel belangrijk om telkens de vraag te stellen of iedereen uit de buurt aan kan sluiten.
Hier nog een paar tips over het starten van een weerbare gemeenschap: