• Uitlegartikel

Hoe ABCD werkt: ‘The Big Five’

In Nederland, maar ook wereldwijd, wint ABCD razendsnel terrein. Het is dan ook de meest uitgewerkte vorm van community building. Een steeds grotere groep community builders werkt, als bewoner of professional, aan het versterken van gemeenschapskracht. Dat doen ze vanuit het geloof dat vragen een duurzaam antwoord vinden wanneer bewoners er zelf mee aan de slag gaan. Voor hun buurt, in relatie tot elkaar én tot professionele organisaties.

Asset Based Community Development brengt mensen samen om in hun buurt, wijk of dorp zelf én samen verandering teweeg te brengen. Dat kan op het gebied van armoede, de energietransitie, maar net zo goed op thema’s als gezondheid, veiligheid of andere vormen van overlast. Versterk je gemeenschapskracht, dan draai je aan alle knoppen tegelijk. Of zoals Margaret Wheatley het stelt: ‘Whatever the problem, community is the answer’.

The Big Five van ABCD

ABCD is geen interventie, geen project of methodiek. Het is een duurzame manier van werken aan gemeenschapsvorming en -kracht. Die manier van werken kent vijf belangrijke principes; the Big Five van ABCD. Ze horen bij elkaar als Jip en Janneke, je kunt er niet uit shoppen.

1. Bewoners in the lead: ‘whatever you do for me, but without me, you do against me’

Bewoners hebben veel te bieden en kunnen samen veel voor elkaar krijgen. Ze moeten weten wat er in hun buurt aanwezig is om dit samen te kunnen inzetten voor veranderingen die zij nodig achten. Als een gemeenschap niet weet waarover het beschikt, weet het ook niet wat er nog extra nodig is van buitenaf. Bijvoorbeeld van professionele organisaties. Als actieve bewoner of beroepskracht kun je helpende vragen stellen. Wat kan je, als groep bewoners, het beste zelf en samen doen? Wat lukt prima, maar met een beetje hulp? Waar is professionele ondersteuning bij nodig? En ook: waar moeten professionele organisaties mee stoppen, omdat je het als gemeenschap minstens net zo goed zelf kan? Of het liever zelf probeert. Vanuit de antwoorden op die vragen zet je als gemeenschap de beweging richting verandering in. Maar dan wél met het stuur zelf in handen bij de uitvoering van oplossingen. Bewoners zijn geen klanten, objecten die geconsulteerd worden of adviseurs, maar de hoofdrolspelers. Met controle, eigenaarschap en zeggenschap.

2. Asset based: ‘focus on what’s strong, not on what’s wrong’

De A en B van ABCD. Asset based betekent dat je alles was er al in een buurt is als vertrekpunt neemt. Het is de metafoor van het koken. Als je wilt koken, kijk je voordat je begint eerst in de koelkast en de keukenkastjes wat je allemaal in huis hebt. Pas dan ga je boodschappen doen. Zo werkt ABCD ook. Een community builder die werkt vanuit ABCD gelooft dat er in iedere buurt en in iedere gemeenschap van alles aanwezig is om vraagstukken duurzaam het hoofd te kunnen bieden. Dat er ’van alles in huis is’. Door dat te ontdekken, verbinden en mobiliseren versterk je gemeenschapskracht.

3. Relatiegericht: ‘first contact, then content’

ABCD gaat er vanuit dat iedereen van alles te bieden heeft. Als mensen elkaar tegemoet treden vanuit oprechte interesse en de wil en overtuiging om dit bij elkaar te willen zien en ontdekken, groeien en verdiepen relaties. Vanuit die relaties kan van alles ontstaan en steeds weer van het een het ander komen. Bewoners komen in de benen omdat ze elkaar hebben leren kennen en iets delen. Omdat ze zich samen zorgen over iets maken. Omdat ze een klik met iemand hebben. Of omdat buurtgenoten ook al actief zijn en enthousiasme besmettelijk is. Niet omdat ze verzocht wordt aan een taak te werken die een gemeente of beroepskracht in de buurt voor hen heeft bedacht. First contact, then content. Uit relaties kunnen duurzame processen ontstaan. Daarom zijn pauzes vaak belangrijker dan de inhoud van bijeenkomsten zelf. In de pauzes gebeurt het, daar ontstaan verbindingen. Altijd eerst vanuit het contact, dan pas op inhoud.

4. Place based: ‘if you know one community, you know one community’

Mensen komen samen op het niveau waarop ze het gevoel hebben dat ze iets voor en met elkaar kunnen betekenen. Dat varieert van een dorp met sterke gemeenschapszin tot het niveau van een portiekflat. De ‘pantoffelradius’; de afstand die je op je pantoffels kunt afleggen. De verbinding die ontstaat tussen buurt- of straatgenoten, tussen dorpsgenoten en buren, gaat niet over ‘dienstverlening’, maar over wat je van mens-tot-mens voor elkaar kunt doen en betekenen. En over wat je samen kunt bereiken. Dat is in geen gemeenschap hetzelfde. ABCD is altijd plaatsgebonden. Iedere buurt heeft zijn eigen taal, cultuur, gebruiken en waarden. In iedere gemeenschap start het proces van ontdekken, verbinden en mobiliseren van wat er allemaal al is, weer opnieuw. Uitrollen van een best practice of het inzetten van een evidence based-methodiek staat haaks op ABCD.

5. Iedereen is welkom: ‘voor wie is de lege stoel?’    

Bij ABCD is iedereen welkom! Vanuit de overtuiging dat iedereen iets unieks heeft bij te dragen aan de gemeenschap. Mensen spelen verschillende rollen in buurten en die rollen zijn alle even onmisbaar. Verbinders, community builders, informele leiders, ideeëndragers, gevers, meedoeners en passanten; samen maken ze de gemeenschap. De ene bewoner kan zijn rol niet spelen zonder de ander. Samen bepalen ze het zuurstofgehalte binnen een gemeenschap. Voor actieve bewoners en beroepskrachten in een buurt is het belangrijk om te herkennen op welke verschillende manieren mensen en groepen kunnen deelnemen aan het buurt. Dat maakt een wezenlijk verschil voor individuele bewoners en de gemeenschap als geheel. De metafoor van de lege stoel is hier mooi; bekijk, als er een lege stoel is, wie daar zou kunnen zitten. Wie je aan tafel mist.