Als dit in een flat kan, waarom dan niet in een straat of wijk?
Het Bruishuis in Arnhem is op het eerste gezicht gewoon een flat met appartementen, een mooie speeltuin en een koffiehuis naast de ingang. Loop je er echter binnen, dan valt de Ruilwinkel direct op, net als de tafel met koffie, thee en koekjes in de entreehal en de bedrijvigheid van een groot aantal bewoners. Floortje Dekkers en Walter Klein-Nienhuis vormen de dagelijkse leiding van dit bewonersbedrijf. Ze vertellen er anderhalf uur lang gepassioneerd over. “Mensen hebben een plek in de wijk nodig waar het mooi is.”
Het gebouw staat in de Akkerwindestraat in Malburgen-Oost. Met 120 verschillende nationaliteiten is het de meest multiculturele wijk van Arnhem. Er is de nodige problematiek, maar ook veel bewonersinitiatief, zeker in en rondom het Bruishuis.
“Er wonen 110 bewoners en er werken zo’n 300 mensen,” vertelt Floortje. “Dat laatste gebeurt in de Zorgstraat, waar allerlei zorgorganisaties zijn gevestigd, en op de hoeken van het gebouw, waar veel instellingen en stichtingen met een maatschappelijk doel zitten. Dat levert veel kruisbestuiving op. Bewoners doen vrijwilligerswerk bij initiatieven die hier zijn gevestigd, cliënten van Philadelphia doen de was voor de Ruilwinkel van City@Home en bewoners kunnen met een vraag gemakkelijk terecht in de Zorgstraat. We steunen initiatieven die goede dingen doen, maar daar moeilijk subsidie voor krijgen. Bij City@Home bijvoorbeeld, komen mensen laagdrempelig binnen in de kledingruilwinkel. Ze kunnen er een praatje maken. Als blijkt dat mensen meer willen, zoals Nederlands leren of een zinvolle daginvulling vinden, kunnen ze naar de negende etage. Daar organiseert City@Home onder andere toegankelijke taalles, creatieve clubs of sportieve beweegmomenten. Ze krijgen hiervoor geen subsidie. Wij steunen ze dan, door de betaalde huur als gift terug te storten.”
Zomerfeest in het Bruishuis
De autonomie van het Bruishuis is een groot goed. Floortje: “Ons verdienmodel is het gebouw. We huren het tegen een marktconforme prijs en kiezen zelf aan wie we ruimte verhuren. Het onderhoud gebeurt vooral door vrijwilligers. Zo houden we geld over, dat we kunnen investeren. Bijvoorbeeld in een bewoner die vakanties en kerstdiners organiseert voor mensen die alleen of ziek zijn. Of een stichting voor mensen die komen te overlijden en geen netwerk hebben. Een bewoner bezoekt hen en probeert laatste wensen uit te laten komen. Het zijn dingen die wij belangrijk vinden. We leggen alleen verantwoording af aan onze bestuursleden, die in de buurt wonen. We vergaderen niet iedere maandag om 12 uur, maar in het voorbijgaan of door bij onze bestuursleden koffie te drinken.”
Er is zichtbaar aandacht besteed aan de inrichting. Een avontuurlijke speeltuin, kunst aan de muren, een prachtig bijgehouden tuin, een muziekhoek met posters van jazzmusici, een eigen filmhuis en een kantoor met vintage meubilair. Een bewuste keuze, vertelt Walter. “Mensen hebben een plek in de wijk nodig waar het mooi is. Waar muziek is en ze bijzondere films kunnen zien. Waar ze in mooie, leren stoelen kunnen zitten. We willen buurtbewoners dingen aanbieden die ze nog niet kennen.” Walter is begaan met mensen in een kwetsbare situatie. “We moeten iets voor hen doen. Als de overheid allerlei voorzieningen sluit en mensen dan in bepaalde wijken concentreert, word ik link. Ik ben in hart en ziel een socialist! In Denemarken streven ze ernaar om in 2030 geen aandachtswijken meer te hebben. Dat klinkt me als muziek in de oren. Als hier mensen met totaal verschillende achtergronden samen kunnen leven en werken, kan het ook in een straat of wijk. Alles start met het geloof dat iedereen iets kan bijdragen.”
In het Bruishuis mag je doen wat je goed kunt of leuk vindt, maar er wordt wel echt gewerkt. Floortje: “Als we samen dingen voor elkaar krijgen, zoals het plaatsen van een grote fontein, dan ervaren we gezamenlijke trots en eigenaarschap. Dat proces is helemaal niet ingewikkeld, tenzij je aan allerlei voorwaarden gebonden bent. Maar mensen hoeven hier niet perse volgens een quotum door te stromen naar betaald werk. Als ze die ambitie hebben, prima! Maar je kunt ook meedoen om anderen te ontmoeten, je weer mens te voelen of je dag-nacht ritme te herstellen. Mensen vinden het fijn ergens onderdeel van uit te maken, nodig te zijn, gemist te worden als ze er een keer niet zijn. Daar kom je ‘s morgens je bed wel voor uit. Bewoners doen het hier samen en nemen verantwoordelijkheid. Als je de speeltuin fijn vindt, omdat het zo netjes is, dan zorg je er ook met z’n allen voor dat het zo blijft.”
In het Bruishuis worden groepen niet geforceerd bij elkaar gebracht. Mensen vinden elkaar op een ontspannen en organische manier, in de Ruilwinkel, de Buurtbios of de speeltuin. Of zoals Walter het zegt: ‘van het een komt steeds weer het ander.’ Floortje heeft een voorbeeld. “Ik kwam in contact met een jongen omdat hij moeite had de huur te betalen. Toen een bewoonster een activiteit organiseerde met soep erbij, wees ik hem daarop. Hij vond het eng en vroeg of hij mocht langslopen om te kijken of het wat was. Hij zag meteen dat het wat voor hem was en is bij die groep aangehaakt. Hij vroeg daarna of hij iets in de flat kon doen. Nu werkt hij op woensdag in de tuin. Hij neemt zijn buurman mee, omdat hij denkt dat buiten werken goed voor hem is. Zo komt ook die buurman weer onder de mensen.” Walter en Floortje hebben geen achtergrond als sociaal werkers. Wel gaan ze graag met mensen om. Floortje: “We kennen iedereen, leggen verbindingen en moedigen mensen aan, zonder te overdrijven. Alle activiteiten zijn van henzelf, wij doen wat nodig is.” Het raakt aan de belangrijkste les die Floortje leerde als deelnemer van de Leergang ‘Van buurten naar communities’ van het Oranjefonds. “Ik moet niets overnemen of afpakken van mensen, maar steeds kijken wat ze zelf kunnen. Anders ontneem ik ze de kans om te groeien.”
Het repaircafé in het Bruishuis.