Iedereen beschikt over ‘assets’; gaven die je bezit, ontwikkelde vaardigheden en passie voor dingen waar je energie van krijgt. Door in een buurt in gesprek te gaan ontdek je alles wat er aanwezig is. Stukje bij beetje maak je het onzichtbare zichtbaar. Je gaat op zoek naar wat er is en wat er kan. Naar overvloed en niet naar tekorten. Of zoals Margaret Wheatley het verwoordt: “Ask what’s possible, not what’s wrong. Keep asking.”
In gesprek gaan dient een doel en is alleen maar zinvol als je vervolgens met de ‘haakjes’ die uit de gesprekken komen aan de slag gaat. Op basis van wat je ontdekt, de haakjes, verbind je mensen met elkaar. Je creëert een context voor ontmoetingen zodat mensen kunnen bouwen aan hun onderlinge relaties en samen iets gaan doen. Anders blijft ABCD beperkt tot AB. Ontmoeting leidt tot enthousiasme, energie en gemeenschapszin. Als mensen elkaar ontmoeten en leren kennen, kan van het een het ander komen. Ontmoeten is een doe-activiteit. Alleen een plek in een buurt hebben of creëren is niet voldoende voor betekenisvolle ontmoetingen. Ontmoetingen krijgen betekenis als mensen het niet alleen prettig vinden elkaar te zien, maar het ook zinvol vinden om met elkaar in gesprek te blijven. Zonder vooropgezet doel, anders dan ontmoeting. Daar zijn plekken voor nodig. Iedere buurt kent wel zo’n ‘bumping place’, maar als community builder kun je deze plek ook (tijdelijk) creëren. Het zijn plekken waar mensen graag komen. Werk voortdurend aan het bij elkaar brengen van mensen. Dan kunnen eerste ontmoetingen uitgroeien tot betekenisvolle en duurzame verbindingen, groeit het buurtweefsel en wordt de verandering krachtiger.
Zonder community builder geen community building. Zoek er dus een in jouw buurtgemeenschap of organisatie. Iemand die voortdurend uit is op het mogelijk maken van ontmoetingen. Die praatjes maakt, nieuwsgierig is, het onzichtbare zichtbaar maakt en oog heeft voor wie wat te geven heeft binnen een gemeenschap. Die verbindingen maakt en lijntjes tussen mensen legt, zodat het sociaal weefsel in een buurt sterker wordt. Die niet bang is zelf op de voorgrond te staan, maar het podium ook gemakkelijk aan anderen biedt. Een community builder bouwt aan collectieve trots en gemeenschapskracht.
Werken vanuit ABCD is radicaal anders denken en doen. Bewoners leiden en bepalen. Dat betekent nogal wat. Bewoners definiëren hun eigen vraagstukken en oplossingen zitten aan het stuur bij de uitvoering van die oplossingen. Beleid, techniek en professionele organisaties zijn niet (langer) leidend, maar dienend en werken aanvullend. Bewoners zijn geen klanten, te veranderen objecten die geconsulteerd worden of adviseurs. Ze zijn de hoofdrolspelers met controle, eigenaarschap en zeggenschap. Dat is de situatie waar je heen wilt bewegen. Maar er zijn tegenkrachten die, bedoeld of onbedoeld, andere doelen dienen. En taal gebruiken die bewoners niet versterken, maar claimen, paternaliseren of onteigenen. Daar moet je adequaat mee om weten om te gaan. Het betekent dus niet dat bewoners mogen meedenken met professionals die, ongevraagd, hun wensen en behoeften komen inventariseren. Het betekent dat bewoners bepalen!
Volg de energie en werk aan verandering! Sluit daarbij aan bij het ritme en tempo van de buurt. Vertrouw erop dat doen ook zonder plan kan. Als mensen elkaar maar ontmoeten, leren kennen en ervaren wat ze elkaar te bieden hebben, komt van het een het ander. Begin te doen waar bewoners zelf de schouders onder willen zetten. Iets doen is de krachtigste brandstof om samen vooruit komen. Als actieve bewoner of beroepskracht doe je dat niet representatief, voor een groep. Je doet het met iedereen die energie voelt om mee te doen. Twee mensen kunnen samen al een krachtige groep vormen. Door te doen kunnen mensen zich opnieuw verbinden en de kracht van de gemeenschap ervaren en verder versterken. Er ontstaat een context waarbinnen de groep aan zelfvertrouwen en -bewustzijn wint en haar eigen collectieve- en veranderkracht ontdekt.
Verhalen zijn het cement en de benen van de gemeenschap. Deel en vier daarom de successen van het samen doen! En bouw regelmatig een Pas op de plaats-gesprek in. Om samen stil te staan bij wat er gebeurd en veranderd is. Met verhalen. Studies en onderzoeksdata gebruik je om problemen te fixen, verhalen om vanuit collectieve trots en kracht verder te kunnen bouwen. Verhalen leiden tot nieuwe verhalen.
In het proces kán een moment komen dat je samen naar de toekomst wilt kijken. Om vanuit het gegroeide zelfbewustzijn en de ervaren collectieve- en veranderkracht te bedenken hoe het er over een aantal jaren uit zou kunnen zien. Groot en klein, rijp en groen. Praktisch, maar ook in termen van dromen en verlangens. De vragen die je in zo’n op de toekomst gericht gesprek kunt stellen, hebben wel een volgorde. Wat doen bewoners of mijn buurtgenoten al, waar zijn ze goed in? Wat kunnen en willen ze nog meer doen? Wat kunnen ze daarbij zelf doen als gemeenschap? Waar hebben ze hulp bij nodig, van buiten de buurt? En wat kunnen alleen instanties van buiten de buurt doen? Door de volgorde van deze vragen en het samen beantwoorden ervan, ervaart een gemeenschap haar kracht. Het draagt verder bij aan het collectieve bewustzijn, aan waar je als gemeenschap toe in staat bent. Zelf en met behulp van anderen.